
Achtergrond
Veel gestelde vragen over de actie "Stop de uitverkoop van de Oerkap".
- Wat is de laatste stand van zaken?
- Wat is er eigenlijk aan de hand?
- Waarom moet de Oerkap blijven?
- Waarom moet de Drijfriemenfabriek blijven?
- En hoe zit dat met het groen en de bomen?
- Moet de gemeente echt verkopen?
- Maar die jongens zitten er nu toch voor niets?
- Willen en kunnen de huidige exploitanten er wel blijven?
- Hoe zou een openbare verkoop in zijn werk gaan?
- Kan ik dit jaar nog naar de Oerkap?
- Wie denken jullie wel dat jullie zijn?
Wat is de laatste stand van zaken?
De laatste stand van zaken ziet er veelbelovend uit. Na vier jaar van onderhandelen is er een akkoord tussen gemeente en de exploitanten over de verkoop van de Drijfriemenfabriek en de Oerkap. Het heeft veel voeten in de aarde gehad om alle voorwaarden goed te regelen, maar dit is een hele belangrijke stap in het proces. In de loop van januari 2021 zal er definitief een knoop worden doorgehakt. Als dat positief uitvalt, kunnen de exploitanten beginnen met het traject voor herstel, restauratie en verdere ontwikkeling. Dat zal dan nog wel een tijdje duren, maar dan is het toekomstperspectief in ieder geval duidelijk.
Wat is er aan de hand?
De gemeente Haarlem wil het terrein van de Drijfriemenfabriek verkopen. Ze heeft het terrein in 2001 opgekocht vanwege de gewenste ontwikkeling in de Spoorzone, en er sindsdien eigenlijk niets meer mee gedaan. In 2010 heeft zich daar het Stadstrand de Oerkap gevestigd. Met goedkeuring van de gemeente, die het terrein 'om niet' ter beschikking stelde. De gemeente had er zelf geen bestemming voor, het was in die periode niet te verkopen en de gemeente wilde niet verplicht zijn om onderhouds- en restauratiewerkzaamheden uit te voeren.
Inmiddels is de uitverkoop van het zogenaamde 'niet-strategische vastgoed' van de gemeente begonnen. En daar valt het terrein van de Drijfriemenfabriek en de Oerkap onder. Er ligt nu een voorstel om het terrein voor een minimumbedrag van 800.000 euro te verkopen, met een aantal randvoorwaarden. Maar in essentie: aan de hoogste bieder.
Wij zijn van mening dat dit om heel veel redenen een heel slecht idee is. We kunnen in de buurt en in de rest van de stad zien, wat er gebeurt als particuliere projectontwikkelaars een 'moeilijk' object in handen krijgen: leegstand, getreuzel, verloedering, ondoorzichtige doorverkopen, schimmige geldschieters. Alles behalve ontwikkeling. Daarom is vanuit de burgers spontaan dit initiatief ontstaan om te pleiten voor behoud van Oerkap en Drijfriemenfabriek op de huidige plek.
Waarom moet de Oerkap blijven?
Stadstrand de Oerkap is al bijna tien jaar dé trekpleister van Haarlem Oost in het zomerseizoen. Maar ook van de rest van Haarlem en wijde omgeving. Bij de minste zonnestralen druk bezet door jong, heel jong en best wel al wat ouder. Een ontmoetingsplek voor alternatief publiek, maar ook wat meer 'gesettled'. Waar men elkaar ontmoet voor tête-à-têtes en dates, voor vrijdagmiddagborrels en voor feestjes, maar ook om gewoon met vrienden en buren een biertje te drinken, terwijl de kids veilig in het zand spelen. De plek met de grootste pizza's met de dunste bodems in de stad; zelf op te halen als je pizzapieper afgaat. Met Jopenbier, goede wijn en perenijsjes; ook zelf op te halen aan de bar. Waar de dingen genomen worden zoals ze zijn, rond het houtvuur en de boom, die midden in de tent staat. Kortom: een plek met een uniek concept, namelijk geen concept.
Daarmee is de Oerkap een lichtpunt in ons stukje Haarlem. De Nieuwe Energie straalt inmiddels al meer dan vijftien jaar troosteloosheid uit. De schaarse andere horecagelegenheden hebben qua kaart en sfeer een heel ander karakter. Wie met redelijk weer de trein vanuit Amsterdam de stad inrijdt, ziet een afgeladen stadstrand. Aanbevelingen voor de Oerkap zijn overal terug te vinden, tot aan het KLM-magazine dat in alle vliegtuigen ligt. De Oerkap is een hoop gratis reclame voor Haarlem.
Waarom moet de Drijfriemenfabriek blijven?
De Drijfriemenfabriek is het grote stenen gebouw bij het stadstrand. Het is in gebruik als atelier, oefenruimte, werkruimte en muziekstudio bij een aantal muzikanten en bands, producers, modeontwerpers/kledinglabels, animators et cetera. Chef' Special opereert vanuit de Drijfriemenfabriek als thuisbasis, en tal van andere talenten op het gebied van muziek en design timmeren hiervandaan aan de weg. We willen niemand tekort doen, dus check vooral de website voor een meer volledig overzicht.
De Drijfriemenfabriek heeft de status van gemeentemonument. Het gebouw mag dus niet gesloopt worden. Restauratie en uitvoering van achterstallig onderhoud zijn dringend nodig, nu de gemeente als eigenaar er al vijftien jaar niet naar heeft omgekeken.
En hoe zit dat met het groen en de bomen?
De groenstrook tussen Drijfriemenfabriek en Oudeweg is het enige stukje groen in dit deel van de stad. In de wijde omtrek is er langs deze Spaarne-oever geen fatsoenlijke boom meer te bekennen. Wat voor bouwactiviteit er in die strook ook gaat plaatsvinden, die schaarse bomen dreigen de dupe te worden. Monumentale bomen moeten in ieder geval blijven staan. Een commerciële projectontwikkelaar heeft er maar één belang: dat de bomen verdwijnen zodat hij de hele kavel kan bebouwen. Binnen in de Oerkap kun je zien hoe het ook kan, want de binnenruimte van het stadstrand is gewoon om de boom heen gebouwd....
Moet de gemeente de Oerkap en de Drijfriemenfabriek echt verkopen?
Nee. Dat is een politieke keuze.
De gemeente heeft in 2001 het gebied en de Drijfriemenfabriek aangekocht met het oog op de ontwikkeling van de Spoorzone en Haarlem Oost. We kunnen allemaal zien dat die ontwikkeling bepaald nog niet klaar is. Van de sprong over het Spaarne, de verbinding van het centrum met Oost en de Waarderpolder, is nog nauwelijks iets terechtgekomen. Ontwikkeling is niet alleen gefrustreerd door de economische crisis, maar zeker ook door particuliere eigenaren, projectontwikkelaars en financiers, die bij het woord waarde alleen aan eurotekens denken. Alle mooie bestemmingsplannen ten spijt: er komt niets van terecht.
Sindsdien heeft de gemeente ook besloten dat ze al haar vastgoed gaat verkopen, tenzij het een strategisch belang heeft. Daarbij geeft ze zelf aan, dat regelmatig bezien moet worden of onroerend goed al dan niet als 'strategisch vastgoed' moet worden aangemerkt. De kavel met de Oerkap en de Drijfriemenfabriek is het enige onroerend goed dat de gemeente nog zelf in bezit heeft, en waarmee ze dus ook zelf nog actief de ontwikkeling kan sturen. In de huidige situatie voldoet het aan alle criteria die de gemeente hanteert voor strategisch vastgoed:
- Het is van belang voor het realiseren van beleidsdoelstellingen: ontwikkeling Oost, sprong over het Spaarne
- Dat belang is alleen te dienen als de gemeente het vastgoed in eigendom heeft: kijk maar naar de Nieuwe Energie...
- Het is kostendekkend te exploiteren: de huidige gebruikers hebben al meerdere malen aangegeven dat ze bereid zijn een redelijke huur te betalen
De gemeente streeft naar een hoogwaardige stedelijke samenleving. In de programmabegroting 2017-2021 valt te lezen:
"De gemeente investeert samen met bewoners en ondernemers in de stad. Initiatieven van bewoners en ondernemers worden beoordeeld en indien gewenst ondersteund. Samen met initiatiefnemers wordt verkend hoe (openbare) grond en/of vastgoed gebruikt en beheerd dan wel ontwikkeld en geëxploiteerd kan worden."
Het goede nieuws voor de gemeente is: hier zijn een paar intiatiefnemers/ondernemers, die voor u die verkenning al hebben uitgevoerd, en daar zeer succesvol in zijn geweest!Maar die jongens zitten er nu toch voor niets?
Op het moment dat ze de Oerkap en de Drijfriemenfabriek in gebruik namen, was de gemeente al lang blij dat er iemand in trok, en iedereen verklaarde ze voor gek. Het pand was in hele slechte staat, en de gemeente wilde geen onderhoud of restauratie uitvoeren. En een huisbaas die zijn pand niet onderhoudt, kan ook geen huur vragen. Daar was iedereen het over eens. Deze constructie heeft de gemeente dus eerder geld bespaard dan gekost.
Sinds die tijd is er leven in de brouwerij gebracht en zijn er allerlei herstelwerkzaamheden uitgevoerd om de Drijfriemenfabriek bruikbaar te maken. Je kunt zeggen dat alles wat die kavel nu nog waard is, eigenlijk door henzelf gecreëerd is. De gemeente heeft jarenlang een goede antikraakwacht gehad, die ook nog eens Haarlem op de kaart heeft gezet als bruisende en creatieve stad. Een supergoedkope reclamecampagne eigenlijk. Het is op zijn minst vreemd als ze nu voor hun eigen succes gestraft worden.... En dat hoeft ook helemaal niet. Want ze zijn tot elke redelijke constructie bereid.
Willen en kunnen de huidige gebruikers wel blijven?
Om te beginnen: ze willen zeker blijven, als het kan. En ze staan open voor alle redelijke alternatieven. Het is echt een kwestie van politieke wil.
Er zijn verschillende alternatieven voor openbare verkoop.
De gemeente wil zeker weten dat de Drijfriemenfabriek haar geen geld (meer) kost.
De gebruikers willen zekerheid voor langere termijn. Als ze niet ieder jaar weer moeten afwachten of ze weer een vergunning krijgen, kunnen ze ook gaan investeren in onderhoud en reparatie.
De buurt wil een goede ontmoetingsplek, in plaats van een leegstaand terrein of leegstaande kantoren.
Dat is allemaal goed met elkaar te verenigen:
- De gemeente kan de Drijfriemenfabriek onderhands aanbieden aan de huidige gebruikers, tegen een redelijke prijs gezien de staat van onderhoud, met goede afspraken over het herstel in de komende jaren en met een haalbare financieringsconstructie.
- De gemeente kan besluiten om de Drijfriemenfabriek voorlopig niet te verkopen, gezien het strategisch belang van het object. Dan is een meerjarig huurcontract voor de gebruikers een oplossing. Tegen een redelijke prijs, en ook hier weer met afspraken over hoe dan monumentaal herstel en onderhoud worden opgepakt.
Hoe zou openbare verkoop in zijn werk gaan?
Er wordt wel gevraagd of de gemeente niet verplicht om een openbare aanbesteding te doen? Dat is niet het geval. Openbare aanbesteding geldt als de gemeente bepaalde diensten of opdrachten door een externe partij wil laten uitvoeren, zoals het aanleggen van een weg of het bouwen van een nieuw stadhuis. Dan bepaalt de gemeente wat er geleverd moet worden en aan welke voorwaarden dat moet voldoen. Hier gaat het om het verkopen van gemeentebezit. Dat mag de gemeente ook onderhands doen, als ze daar een goede reden voor heeft.
Iets meer over de verkoopprocedure, in het geval het tot een openbare verkoop komt. De gemeenteraad stelt eerst de stedenbouwkundige kaders vast voor wat er met het terrein moet gebeuren: wat mag er wel, wat mag er niet en aan welke voorwaarden moet het voldoen? Het is een beetje droge kost, maar voor de liefhebber is hier het voorstel voor die kaders te vinden, zoals burgemeester en wethouders dat nu aan de gemeenteraad hebben gedaan. Die kaders gelden dus altijd. Of het nu openbaar verkocht wordt, onderhands aan iemand gegund wordt, of in bezit van de gemeente blijft.
Daarna wordt besloten hoe de verkoopprocedure eruit ziet. Die staat in dit document beschreven. Als het gaat om een openbare verkoop, worden geïnteresseerde partijen uitgenodigd om een voorstel te doen voor de invulling, plus een financieel bod. Vervolgens worden al die plannen en biedingen beoordeeld door een selectiecommisse. Die komt via een soort puntentelling - die op dit moment voor ons ook niet helemaal duidelijk is - tot een score voor elk van de voorstellen. Het college stelt voor in die score een aantal aspecten mee te laten wegen: de duurzaamheid van de plannen (30%), het culturele karakter van de invulling (30%), de mate waarin de plannen aan de stedenbouwkundige uitgangspunten voldoen (15%), de mate waarin er monumentaal behoud plaatsvindt (15%) en de hoogte van het bod (10%). Dat klinkt best aardig: de hoogte van het bod telt maar voor 10% mee. Maar inmiddels ligt er een voorstel van enkele partijen om het culturele karakter als gunningscriterium te schrappen, en veel meer waarde te hechten aan de hoogste prijs. En dan is natuurlijk het hek van de dam. Met kantoren of dure appartementen is nu eenmaal meer geld te verdienen dan met een muziekstudio of modeontwerp-atelier, en dus kun je ook een hogere prijs bieden als je een commerciële invulling wilt gaan realiseren. Bovendien wil de gemeente uiteindelijk kiezen voor de partij met het beste plan, niet per se voor de uitvoering van dat plan zelf. Dus als het eenmaal verkocht is, kan de koper altijd nog besluiten iets anders te gaan doen, binnen de gestelde kaders.
Kan ik dit jaar nog naar de Oerkap?
Daar ziet het wel naar uit. Als het goed is, gaan ze in het voorjaar weer open en kunnen we er allemaal weer genieten van een limo, biertje, wijn of pizza en nog veel meer. En dat is ook de allerbeste manier om te laten zien dat deze plek moet blijven bestaan! Dus houd deze site, maar ook de website van de Oerkap in de gaten voor aankondiging van de opening!
Wie denken wij wel dat we zijn?
Het gaat natuurlijk eigenlijk helemaal niet om ons, maar we begrijpen de vraag. De initiatiefnemers zijn gewone buurtbewoners, vaste gasten van de Oerkap en enthousiaste deelnemers aan het Haarlemse culturele leven. Wij hebben een beetje afgestemd met de Wijkraad Scheepmakersdijk of zo'n actie zin heeft en ook door de buurt gesteund wordt, omdat wij ook niet tegen windmolens vechten. Gelukkig steunt ook de wijkraad dit streven. Wij hebben ook vooraf geen contact gehad met de huidige exploitanten. Omdat wij willen benadrukken dat dit geen gelikte lobby van hen is voor hun eigen zaak.
Wij hebben geen enkele zakelijke of familierelatie met de huidige exploitanten. Wij hebben natuurlijk wel een politieke voorkeur, maar die is voor deze actie niet relevant. Iedereen die de Oerkap en de Drijfriemenfabriek wil behouden, is onze politieke vriend in dit dossier. We hebben natuurlijk wel moeite met politieke partijen die vastgoed zien als cash cow en geen oog hebben voor de maatschappelijke waarde die hier ontstaan is, maar goed: ieder zijn eigen mening. We respecteren eenieder, en gaan gewoon het gesprek aan. Zo gaat dat, bij de Oerkap...